Zo staat de modebranche er tijdens de coronacrisis voor #1

De coronacrisis heeft fashion ondernemers het afgelopen seizoen enorm op de proef gesteld, zover is duidelijk. Maar het is zeker niet alleen kommer en kwel in de modebranche. Volgens de verzamelde informatie van retailorganisatie Euretco worden retailers en leveranciers niet alleen financieel geraakt, maar worden zij ook uitgedaagd om op een nieuwe creatieve manier te werken en tegelijkertijd op een commerciële manier te schakelen. En daar zit misschien wel het geheim voor een duurzame toekomst voor mode verscholen. Voordat we daar aankomen, bespreken we de huidige stand van zaken met Natascha van Ree, account manager bij Euretco. Want hoe zijn de moderetailer en de leveranciers dit huidige seizoen doorgekomen? Je leest het hier. 

Hoewel de verkoopcijfers een dieptepunt raken, staat de modebranche er minder slecht voor dan verwacht. Twee cijfers: de zelfstandige moderetailer staat op dit moment op een index van 79 procent ten opzichte van het jaar ervoor. Over het gehele zomerseizoen genomen staat de index op 75 procent. Als bijkomend effect van de daling in de verkopen in de fysieke winkels, zijn de online verkopen gestegen. Met name vrouwen in de leeftijd veertig tot zeventig, een groep die voorheen ook wel eens online kocht maar vooral fysiek winkelde, wisten hun weg naar de webshop te vinden. Voor zelfstandige ondernemers met een optimaal werkende webshop een positief gegeven, voor de kleinere ondernemer zonder webshop is deze tendens iets om in de gaten te houden. 

Opvallend is ook dat de grootstedelijke gebieden harder worden getroffen dan kleinere plaatsen en lokale centra. Euretco geeft aan dat dit komt doordat mensen zich door het coronavirus in een kleiner winkelgebied veiliger voelen en liever dichterbij huis blijven. Vooral de laatste drie weken is het in de grote steden erg druk met als gevolg langere wachtrijen voor winkels.

Door de versoepeling van de coronamaatregelen heeft de categorie vrouwenmode in de maanden mei en juni nog een enorme inhaalslag kunnen maken. De simpele reden: zelfs de eerste barbecue bij de buren was een moment voor een leuk jurkje. Vrouwen in de leeftijd 18 tot 30 jaar gingen al snel aan het winkelen. Daarna volgden de andere leeftijdscategorieën rap.

In de vrouwenmode deden vooral de jurken en rokken het goed in de maanden mei en juni, feestkleding bleef – begrijpelijk – achter.

Mannenmode zit op 71 procent ten opzichte van vorig jaar, wat vooral te wijten is aan de lage verkoopcijfers in de categorie pakken. Korte broeken en polo’s werden dit seizoen het meest aangeschaft. 

Dankzij diverse maatregelen van leveranciers is de stijging van de voorraad beperkt gebleven tot 5 procent ten opzichte van vorig jaar; een positief geluid. Leveranciers hebben zendingen kunnen vasthouden of annuleren, waardoor de druk niet alleen bij de retailer kwam te liggen. De vraag die overblijft: hoe komen retailers en leveranciers komend inkoopseizoen zo goed mogelijk door, nu het koopgedrag van de consument nog onzeker is en wat is de visie? Er moeten bewust keuzes worden gemaakt, geeft Euretco aan. 

Er is veel behoefte in de markt om de levermomenten beter af te stemmen op de vraag van de consument. Flexibele inkoop en levering worden steeds belangrijker. Zowel leveranciers als retailers willen graag meer never out of stock-producten en bijkoopruimte, maar om die omslag te maken is wel lef nodig. Oude patronen moeten doorbroken worden, te beginnen bij de sale, meent Eureco. Durven zelfstandige retailers het bijvoorbeeld aan om pas met de uitverkoop te beginnen in januari in plaats van voor de kerst? Als we dat met elkaar bewerkstelligen kunnen we pas echt over op een duurzamer systeem, waarin dichterbij huis produceren en lokaal winkelen de norm wordt.

Als dat de uitkomst is van deze crisis, dan hebben we alsnog gewonnen.